Het is herfst. De seizoenen brengen ons in contact met ons eigen levensritme. Een perfecte spiegel voor onze eigen processen. Door het vallen van de bladeren wordt je eraan herinnerd dingen los te laten. Het wordt zo vaak gezegd …. je moet het loslaten. Zit je ergens mee? Laat het los. Ben je gestrest? Meer loslaten. Pijn en verdriet? Laat het maar los…..Het klinkt zo makkelijk, maar hoe doe je dat dan? Er wordt ons voorgehouden dat wanneer je dingen loslaat, het leven makkelijker wordt. Zo geef je bijvoorbeeld de ander ruimte of krijg je (ook) zelf meer ruimte.
En toch…..soms is iets te kostbaar, te belangrijk om het helemaal te willen loslaten, dan wil je het bij je houden, koesteren, de herinnering levend houden. Omdat het zo’n belangrijk onderdeel van jouw leven is. Alles wat je hebt meegemaakt of waar je doorheen bent gegaan, heeft je immers ook gemaakt tot wie je nu bent. Dan is het goed om het bij je te houden, maar dan in een vorm waarin het geen pijn doet, je er geen last van hebt.
Het helpt wanneer je kunt accepteren dat alles aan verandering onderhevig is (net zoals de seizoenen), zo maak je het jezelf soms makkelijker om naar dingen te kijken. Zo kun je bijvoorbeeld leren bij het verwerken van een verlies dat je niet helemaal hoeft los te laten, maar het ook anders kan leren vasthouden. De verlieservaring blijft onderdeel van jouw leven, maar wanneer je je verdriet en pijn doorleeft, er ruimte voor maakt, is er daarna wellicht acceptatie. Dan kun je accepteren dat het is gebeurd en er zonder (veel) pijn of weerstand naar kijken. Hierdoor ontstaat er weer ruimte en perspectief om door te gaan met het leven. Niets is blijvend, of kunnen we voor altijd vasthouden zoals het is. Er is continue ontwikkeling en beweging…. net als in de natuur.